Wondwossen’s weg: eenzaamheid, financiële struggles en hoop op hulp
Achtergrondverhaal
Wondwossen is een man uit Ethiopië die naar Nederland is gevlucht voor een beter leven. Hij kwam eerst in Friesland, waar hij hulp kreeg vanuit Vluchtelingenwerk en een fijne contactpersoon had. Die persoon heeft hem destijds geholpen met het aanvragen van een bijstandsuitkering.
Toen Wondwossen en zijn vrouw naar Wageningen verhuisden kregen ze een contactpersoon bij Vluchtelingenwerk Wageningen. Die persoon werd echter ziek en sinds toen hebben Wondwossen en zijn vrouw niemand meer die hen helpt met financiële zaken. Met de gemeente heeft Wondwossen helemaal geen contact en hij is daar ook niet in beeld.
Wondwossen vond werk in de kaasfabriek en krijgt geen uitkering meer. Daar werkt hij inmiddels vijf jaar. Hij heeft onregelmatige werktijden en is na zijn werk uitgeput. Zijn vrouw werkte bij een schoonmaakbedrijf, maar hier moest ze stoppen omdat ze te veel last van haar rug kreeg. Nu zit ze thuis, heeft ze niets te doen en gaat het slecht met haar. Sinds kort krijgt zij een uitkering via het UWV.
Wondwossen en zijn vrouw hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Zeker nu de huur steeds hoger wordt en alles duurder wordt. Met het inkomen van Wondwossen zitten ze onder 130% van de bijstandsnorm. Ze hebben ook geen spaargeld. Wondwossen had geen idee dat hij zijn inkomen nog kon aanvullen met een bijstandsuitkering en dat er minima regelingen zijn waar hij mogelijk recht op heeft. Hij wordt emotioneel als hij hier tijdens het gesprek over hoort. "Het voelt slecht, alsof ik blind ben en iedereen mij bij de hand meeneemt. Omdat ik hier niet geboren ben en het systeem niet ken, voelt het niet lekker." Wondwossen is daarom ook bang voor financiële ondersteuning. "[...] wij horen altijd dat als je teveel neemt, dan krijg je een boete of schulden. En daarom zijn we heel erg voorzichtig."
Wat hun situatie extra zwaar maakt, is hun gebrek aan sociale contacten. In Ethiopië waren ze gewend aan hechte gemeenschappen en goed burencontact, maar in Nederland voelen ze zich eenzaam zonder familie en vrienden. Ze weten niet hoe ze nieuwe vrienden moeten maken door de taalbarrière en voelen zich geïsoleerd. Eigenlijk kennen ze alleen Elsa* aan wie Wondwossen hulp kan vragen bij het lezen van brieven of bij andere zaken. Elsa heeft hij toevallig op straat ontmoet, omdat zij hem aansprak.
Wondwossen is gewend om informatie te ontvangen via zijn sociale omgeving. Hij wil graag meer weten over hoe de gemeente werkt. Het zou hem enorm helpen als er een vaste contactpersoon is die zijn taal spreekt en bekend is met zijn cultuur. Deze persoon kan hem helpen met het leggen van contacten en het begrijpen van de gemeentelijke procedures.
Wondwossen droomt van begrip, steun en een vriendelijke hand die hen helpt. Hij vertrouwt helemaal dat de gemeente het goed doet, maar hij weet gewoon niet hoe het werkt. Voor Wondwossen en zijn vrouw zou hulp een wereld van verschil betekenen.
Bij dit gesprek was een informele contactpersoon aanwezig voor ondersteuning en om te vertalen.
* Elsa heeft een andere naam in het echt, zo houden we haar gegevens privé.