Jeroen kan door vermoeidheid niet doen wat hij wil
Achtergrondverhaal
Jeroen* is jong en is vol met aspiraties voor de toekomst. Hij kwam zeven jaar geleden naar Wageningen om Food Technology te studeren. Vermoeidheidsklachten dwongen hem echter zijn studie te pauzeren na slechts twee jaar: "Alles kostte heel veel energie, boodschappen doen ook."
Het financiële dilemma begon: hij leende maximaal bij DUO, niet wetende dat hij recht had op een bijstandsuitkering. Pas toen hij bij toeval iemand ontmoette die hem over deze mogelijkheid vertelde, voelde hij een last van zijn schouders vallen. Eindelijk kon hij zich richten op rusten en herstellen, zonder de voortdurende druk van oplopende studieschulden.
"Ik kan me herinneren dat ik daar met mijn moeder heenging, omdat ik nog vaag in mijn hoofd was dus ik moest gewoon iemand erbij hebben die me kon helpen. Ik weet nog wel dat we echt het gevoel hadden dat we het echt moesten aandikken, dat het echt een serieus probleem was. Het leek een beetje alsof vermoeidheidsklachten niet per se een goede reden zijn, ik had geen duidelijke diagnose van een dokter. Daarover hadden we een beetje spanning. Tijdens het gesprek nam ze me wel serieus, maar ze behandelde het vrij droog. Alsof een dokter de symptomen op aan het schrijven was op de computer. Als ik mijn moeder niet had dan was het wel lastig geweest, maar het is gelukt. Maar om zo'n formulier in te vullen, kostte me wel veel moeite, omdat ik gewoon niet zo veel energie had."
Financieel gezien vertrouwt Jeroen nu op een bijstandsuitkering, die hij als een onverwacht cadeau beschouwt. Het proces van aanvragen was verwarrend en tijdrovend, met ingewikkelde formulieren en onduidelijke criteria. Het besef dat zijn vermoeidheid als geldige reden werd erkend, bracht een zekere mate van opluchting.
Ondanks de hulp die hij ontvangt, leven er nog steeds angsten. Jeroen vreest dat een verkeerde stap zijn uitkering kan bedreigen. Hij voelt zich in een financiële val, niet wetende hoeveel hij mag sparen zonder gevolgen. "Ik hield geld over van de uitkering en heb er wat van gespaard. Ik heb een beetje het gevoel alsof dat niet mag. Ik las ook ergens dat er een maximum is van hoeveel geld je mag hebben en als je daar over bent dan heb je geen recht op de uitkering. Daar ging ik me zorgen over maken. Ik dacht dat het 6000 euro was en ik was daar wel eens overheen. Ik werd daar heel gespannen van, dus dan ging ik maar iets kopen. Ik dacht dat er een controle zou komen van mijn bankrekening." Zijn angst voor het verlies van zijn uitkering weerhoudt hem ervan om openlijk over zijn zorgen te spreken.
Jeroen heeft dromen en verlangens zoals ieder ander, maar hij heeft behoefte aan begrip en duidelijkheid. Hij wenst een meer toegankelijk systeem, een gemeenschap die naar hem luistert en hem steunt zonder oordelen. Hij verlangt naar een zorgzame benadering, een gemeente die hem helpt zonder hem in hokjes te plaatsen.
Ondanks zijn gezondheidsproblemen blijft Jeroen vastberaden. Hij probeerde meerdere keren 'op therapeutische basis' terug te keren naar zijn studie, een stap die niet zonder uitdagingen bleek. Nu, met een betere gezondheid, heeft hij de moed hervat. Elke dag bezoekt hij de universiteit, neemt deel aan een hoorcollege en probeert in een ritme te komen dat zijn herstel ondersteunt. Het vrijwilligerswerk dat hij bij Emmaus doet, is een stap naar sociale verbondenheid en eigenwaarde.
* Jeroen heeft een andere naam in het echt, zo houden we zijn gegevens privé.